Er ligt tussen Dinkel en Regge een land Ons schone en nijvere Twente Het land van de arbeid het land der natuur Het steeds onvolprezene Twente Daar golft op de essen het goudgele graan Doet 't snelvlietend beekje het molenrad gaan Daar ligt er de heide in 't paarsrode kleed Dat is ons zo dierbare Twente (2x)
Waar Twickel zijn torens uit't eikenloof heft
De Lutte zijn heuvels doet blinken
De paasvuren branden alom in't rond
En 't landvolk de kersthoorn laat klinken
Daar stroomt onze Dinkel zo heerlijk door 't land
Door bossen en velden, langs't Losserse zand
Daar rust er ons oog van der heuvelentop
Op 't heerlijke landschap ons Twente (2x)
De rookwolk, die stijgt aan de horizon op
Die wijst on de nijvere steden
Met mensen arbeidzaam en degelijk, bewoond
De zetels van 't krachtige heden
Daarbuiten in boerschap op heide en veld
Daar wordt nog de sage en 't sprookje verteld
Daar rust de Tubanter in't heuvelig graf
't Verleden naast 't heden van Twente (2x)
En voert ons het lot ook uit Twente soms weg
Wij blijven het immer gedenken
Geen andere landstreek hoe schoon ze ook zij
Kan 't zelfde als Twente ons schenken
Wij drukken elkaar in de vreemde de hand
Gedenkend ons klein, maar zo dierbare land
En moge ons hart in de vreemde ook staan
Ons hart blijft toch altijd in Twente (2x)
(J.J. van Deinse)
|